Zó moe! Moe van het vechten. Tegen psychische problemen, een burn-out, zorgen in je huwelijk of gezin, onrust en onzekerheid in de huidige omstandigheden. Moe van het volhouden, terwijl je er misschien zo weinig energie voor hebt of je het niet meer overziet. God belooft iets nieuws!
Het is september 2016. Samen met vriendinnen ga ik opnieuw naar de vrouwenconferentie. Ik snak naar rust en verlang ernaar om opnieuw iets van God te morgen ervaren, maar ik ben moe. Ik ben zó moe! Van het knokken elke dag opnieuw. Inmiddels loop ik al anderhalf jaar rond met dagelijks (veel) pijn en daardoor heb ik weinig energie.
De afspraak bij de reumatoloog staat gepland, als ook bij de orthomoleculair therapeut. Onze jongste is inmiddels één jaar geworden en ik kan dus niet meer blijven volhouden dat het met de zwangerschap en ontzwangeren te maken heeft. Ik kan het überhaupt niet meer volhouden, want de pijn wordt alleen maar meer en de energie minder.
En dan is daar Jesaja 43:18, 19 (NBV):
‘Blijf niet staan bij wat eertijds is gebeurd, laat het verleden nu rusten. Zie, Ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt? Ik baan een weg door de woestijn, maak rivieren in de wildernis.’
Een klein sprankje hoop daalt neer in mijn hart. Iets nieuws? Iets wat ik nog niet zie? Ik begin te geloven dat God genezing zal schenken. Een diagnose?! Hulp én genezing?!
De diagnose van de reumatoloog komt: chronische pijn. ‘Er is lichamelijk niets te vinden’.
Wat? Hoe dan? Ik kan niet meer…
Enkele weken later de afspraak bij de orthomoleculair therapeut. Binnen vijf minuten zag hij het al: ‘Er is een flink tekort aan vitamine B12.’ Gelukkig, dáár is wel iets aan te doen.
Een proces van herstel kwam héél langzaam op gang, niet eens in de eerste plaats lichamelijk. Het begon allemaal met dat sprankje hoop. Elke dag opnieuw zocht ik er naar, wanhopig soms. Maar God had beloofd dat er dagelijks manna zou zijn. Soms schreeuwde mijn hart (want letterlijk schreeuwen durfde ik toen (nog) niet) het uit: ‘Mag het iets meer zijn Heer!!’. En toch…
God belooft:
‘Mijn plan met jullie staat vast, spreekt de Heer. Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: Ik zal je een HOOPVOLLE toekomst geven.’ Jeremia 29:11 (NBV).
Ik zocht naar mogelijkheden om mee om te gaan. Hoe vind ik mijn weg te midden van deze woestijn? Ik kreeg de boekentip: Bidden bij Bethesda – omgaan met ziekte en pijn als genezing uitblijft (Joni Eareckson Tada).
Het gaf me houvast en bemoedigde me om dagelijks het manna te vernieuwen en leerde me kleine stapjes te zetten. Niet de lichamelijke genezing bleek het grootste geschenk, maar Zijn vrede, die alle verstand te boven gaat. (Fil. 4). Want daar staat:
´Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank Hem in al uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren’. Filippenzen 4:6-7 (NBV).
De omstandigheden waren nog (bijna) niet veranderd. De woestijn was er nog steeds. Had ik me dan vergist? Toen in september 2016? Dat God genezing zou geven? Nee!
Nu ik terugkijk realiseer ik me dat Hij niet zozeer beloofde dat Hij de woestijn weg zou nemen, maar dat Hij er een weg zou banen! En God doet wat Hij belooft! Niet zoals ik verwachtte, maar beter dan ik kon bedenken!
Door in die woestijn dagelijks op zoek te gaan naar het manna wat Hij gaf en dat te leren ontvangen! Niet meer en niet minder! Maar het was genoeg!! In afhankelijkheid van Hem, kreeg ik het mooiste geschenk voor dat moment: VREDE.